TESTEN VAN DE LEIDING NA PLAATSING
Na de inbouw moeten gepaste controles en/of testen volgens EN 1610 § 12 doorgevoerd worden: visuele controle, dichtheid, leidingszone en verdere aanvulling en buisvervorming (bij gresbuizen niet van toepassing.) Het testen van de dichtheid van leidingen, inspectieputten en toezichtsconstructies moet volgens EN 1610 par. 13.1 ofwel met lucht, proefmethode L, of met water, proefmethode W, worden uitgevoerd. Een voorafgaande test kan voor het zijdelings aanvullen uitgevoerd worden. Voor de opleveringstest moet de leiding na het aanvullen van de sleuf en het verwijderen van de beschoeiing worden getest. Voor de voorafgaande test in een open sleuf kunnen de aansluitingen met deksels en klembeugels of snelsluiters (enkel methode W) afgedicht worden. De deksels moeten goed vastgezet worden. Lekkages aan de deksels en de proefinstallatie zijn te vermijden. Bij de methode W wordt het bewijs van dichtheid geleverd door middel van het waterverlies onder proefdruk tijdens de proefduur (waarde W 30) en bij de methode L door middel van de waarde van het drukverlies tijdens de proefduur.
- Testdruk: 0,1 tot 0,5 bar
- Testduur: 30 minuten
- Voortesttijd: 60 minuten
- Buisleiding: 0,15 l/m2
- Buisleiding en inspectieputten: 0,20 l/m2
- Inspectie- en toezichtconstructies: 0,40 l/m
De leiding die getest moet worden, moet bij de waterdruktest drukloos vanaf het diepste punt worden gevuld. De ontluchting gebeurt op het hoogste punt van het testtraject. De testdruk wordt op het dieptepunt aangebracht.
Nominale diameter | Vulhoeveelheid | Toegelaten wateropname |
---|---|---|
DN | l/m | l/m |
100 | 8 | 0,05 |
125 | 12 | 0,06 |
150 | 15 | 0,07 |
200 | 31 | 0,09 |
250 | 49 | 0,12 |
300 | 71 | 0,14 |
350 | 96 | 0,17 |
400 | 126 | 0,19 |
450 | 159 | 0,21 |
500 | 196 | 0,24 |
600 | 283 | 0,28 |
700 | 385 | 0,33 |
800 | 503 | 0,38 |
Ons advies: luchtdruktest methode LC 100
wachttijden bij luchtdruktesten:
tot DN 500: minstens 5 minuten vanaf
DN 500: DN/100 inminuten
Bij gres hoeft geen deformatiemeting (vervormingscontrole) worden uitgevoerd!
Indien het omwille van technische redenen nodig blijkt individuele verbindingen te testen, moet een systeem met dubbele afdichting worden gebruikt om ondichtheden tussen packer en buiswand te minimaliseren.
Omdat de meettechniek gevoelig en complex is, worden de individuele resultaten in een afwijkingsmodule ingebracht en in verhouding tot de leidingslengte herberekend.
De uitvoering van een camera-inspectie en de beoordeling van de gemaakte beelden zijn twee te onderscheiden activiteiten. Bij de beoordeling moet rekening gehouden worden met de technische voorschriften geldend op de leveringsdatum van de gecontroleerde buizen en hulpstukken.
Nominale diameter | Testprocedure | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
DN | LA | LB | LC | LD | ||||
Po 10 |
ΔP 2,5 |
Po 50 |
ΔP 10 |
Po 100 |
ΔP 15 |
Po 200 |
ΔP 15 |
|
mbar | mbar | mbar | mbar | |||||
Testtijd in minuten | ||||||||
100 | 5 | 4 | 3 | 1,5 | ||||
125 | 5 | 4 | 3 | 1,5 | ||||
150 | 5 | 4 | 3 | 1,5 | ||||
200 | 5 | 4 | 3 | 1,5 | ||||
250 | 6 | 5 | 3,5 | 2,0 | ||||
300 | 7 | 6 | 4 | 2,0 | ||||
350 | 8 | 7 | 5 | 2,5 | ||||
400 | 10 | 7 | 5 | 2,5 | ||||
450 | 11 | 8 | 6 | 3,0 | ||||
500 | 12 | 9 | 7 | 3,0 | ||||
600 | 14 | 11 | 8 | 4,0 | ||||
700 | 17 | 13 | 10 | 5,0 | ||||
800 | 19 | 15 | 11 | 5,0 | ||||
900 | 22 | 17 | 12,5 | 6,0 | ||||
1000 | 24 | 19 | 14 | 7,0 | ||||
1200 | 29 | 22 | 16 | 8,0 |
!Opgelet: EN 1610: het testprotocol moet voor iedere test afzonderlijk worden opgesteld. Onze service: er zijn testprotocollen voor lucht- en waterdichtheidstesten beschikbaar.